Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Daleth.] [19]Hij is mij een loerende beer, [20]een leeuw in verborgen plaatsen. 19. Of, Hij heeft op mij geloerd als een beer, enz.; vergelijk Job 10:16; Jes.38:13; Hos.5:14, en Hos.13:8; Amos 5:19. 20. Een leeuw, schuilende in zijn hol en loerende op de mensen of beesten, die voorbijgaan, om die te betrappen en te verslinden. Zie deze gelijkenis ook Hos.5:14, en Hos.13:7.